Calculus
Wiskunde is de taal van de technische wetenschappen. Je kunt er verschijnselen mee beschrijven én technisch wetenschappelijke problemen mee oplossen. Denk bijvoorbeeld aan het:
- beschrijven van (geluids)golven met goniometrische functies;
- berekenen van het volume van een tumor met een MRI-scan;
- efficiënt produceren en plannen;
- Differentiëren voor een optimale instelling van parameters (zoals een productieproces of regelsysteem);
- afleiden van functies om snelheid van objecten uit te rekenen;
- bepalen van een zwaartepunt via een integraalberekening;
- beschrijven van groeimodellen via een differentiaalvergelijking.
Meteen in het eerste kwartiel
Bij alle opleidingen op de TU/e heb je basiswiskunde nodig. Daarom krijg je in het eerste kwartiel meteen het basisvak wiskunde. Voor een deel is dit een herhaling van wat je op de middelbare school al hebt gehad. Verder krijg je verdieping en leer je de kennis toepassen. De volgende onderwerpen komen aan bod:
- rekenvaardigheden en functies
- limieten
- differentiëren
- integreren
- differentiaalvergelijkingen (eerste orde)
- eenvoudige vectorrekening in het vlak en de ruimte