Bezwaar

Tegen bepaalde besluiten van (een bestuursorgaan) van de universiteit kun je bezwaar maken. Hierbij valt te denken aan je (beëindiging van de) inschrijving voor de bacheloropleiding, vermindering en restitutie van collegegeld, financiële ondersteuning op grond van het StudentenOndersteuningFonds (Voorheen de Regeling Profileringsfonds) en ontzegging van de toegang tot gebouwen en terreinen.

Let op dat je binnen zes weken na dagtekening van het besluit bezwaar maakt. Doe je dit te laat, dan wordt je bezwaar niet meer in behandeling genomen en kan het niet ontvankelijk worden verklaard.

Overigens kun je ook in bezwaar gaan tegen een weigering om een besluit te nemen. Van een weigering is sprake wanneer het besluit niet binnen de wettelijk geldende termijn is genomen, of wanneer een dergelijke termijn ontbreekt.

Na ontvangst van het bezwaar, word je tijdens een hoorzitting van de geschillenadviescommissie in de gelegenheid gesteld je bezwaar mondeling toe te lichten. De geschillenadviescommissie adviseert het College van Bestuur over het te nemen besluit.

De geschillenadviescommissie gaat na of een minnelijke schikking tussen partijen mogelijk is. Wordt een schikking bereikt, dan is de zaak daarmee afgehandeld en trekt de student het bezwaar in.

Het College van Bestuur beslist in beginsel binnen 10 weken na ontvangst van het bezwaarschrift, waarbij het advies van de geschillenadviescommissie in acht wordt genomen. Deze termijn kan nog met vier weken worden verlengd.

Indien sprake is van onverwijlde spoed, aangegeven door de student die bezwaar heeft gemaakt, kan de voorzitter van de geschillenadviescommissie bepalen dat de geschillenadviescommissie zo spoedig mogelijk advies uitbrengt aan het College van Bestuur. Dit dient de voorzitter binnen één week te beslissen. Wanneer de voorzitter van mening is dat er geen sprake is van spoedeisendheid, dan zal de reguliere procedure doorgaan.

Als je het niet eens bent met de beslissing die genomen wordt op je bezwaarschrift, kun je in beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Raad van State).

Hiervoor geldt in beginsel ook weer de termijn van 6 weken na toezending van het besluit op het bezwaarschrift.

Aan deze procedure zijn extra kosten verbonden: het griffierecht bedraagt € 51. Mocht je door de Raad van State in het gelijk worden gesteld, dan wordt het griffierecht door de universiteit vergoed.